Voor welke vormen van leren is interactie met een onderwijsprofessional of andere lerenden nodig, en wat kan geleerd worden met behulp van digitale leermiddelen (eventueel ondersteund door andere professionals)?

Door de pandemie zijn de bestaande achterstanden van bepaalde groepen leerlingen/lerenden groter geworden. Bovendien zijn er mentale sociale en fysieke problemen bijgekomen. Een flink aantal leerlingen zal extra aandacht nodig hebben van de onderwijsprofessionals vanwege de tijdens de pandemie opgelopen leer- en ‘leefvertraging’. Er bestond al een groot en groeiend tekort aan onderwijsprofessionals in het basisonderwijs, met name op scholen met relatief veel achterstandsleerlingen. Ook in het voortgezet onderwijs bestaat voor bepaalde vakken een chronisch tekort aan docenten. Het is dus van groot belang om te zoeken naar mogelijkheden om tijd en ruimte van onderwijsprofessionals vrij te maken.

Tegen deze achtergrond is het zinvol om te onderzoeken in hoeverre digitale ondersteuning de onderwijsprofessional kan ontlasten en na te gaan welke kennis en vaardigheden (ook) langs digitale weg aangeleerd kunnen worden.

Onderliggende vragen daarbij zijn:

  • Welke (digitale) vormen van leren zijn geschikt voor welke groepen lerenden?
  • Wat is de optimale combinatie van (digitale) zelfstudie, klassikaal onderwijs en praktijkonderwijs voor verschillende disciplines en verschillende groepen lerenden?
  • In hoeverre wordt het beroep van leraar aantrekkelijker door specialisatie en versnelde digitalisering?
  • Hoe kan verdere professionalisering van onderwijsprofessionals, onder meer op het vlak van digitalisering, gestimuleerd worden?
  • In hoeverre kan de inzet van ICT bepaalde taken van een onderwijsprofessional verlichten, zodat deze tijd overhoudt voor andere taken?
  • In hoeverre beïnvloedt maatwerk via digitale leermiddelen de onderwijsprestaties?